Home

Artikel 21: Besluitvorming algemene ledenvergadering over personen

1. Indien op een algemene ledenvergadering één kandidaat is gesteld, wordt deze geacht met algemene stemmen te zijn gekozen, tenzij een bestuurslid of een afgevaardigde stemming verlangt.
2. Zijn twee kandidaten gesteld, dan wordt tussen hen gestemd en is degene die de meeste uitgebrachte geldige stemmen verwerft, gekozen. Verwerven beiden een gelijk aantal stemmen dan vindt herstemming plaats. Levert ook deze geen meerderheid op, dan beslist het lot.
3. Zijn meer dan twee kandidaten gesteld, dan vindt tussen hen een vrije stemming plaats. Verwerft daarbij geen van hen de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen, dan vindt herstemming plaats tussen de twee kandidaten die bij de vrije stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Het onder lid 2 bepaalde is vervolgens van toepassing. Zouden meer personen aldus in aanmerking komen voor een plaats in deze herstemming, dan vindt tussen hen een tussenstemming plaats.